Hello Cambodia, good morning Vietnam

9 juni 2018 - Ho Chi Minh City, Vietnam

Na de jungle van Khaosok vliegen we met Air Asia via Bangkok naar Siem Reap in Cambodja. Air Asia is een soort EasyJet die voor weinig geld ook op veel kleine vliegvelden in Azië vliegt (maar dan wel op tijd). Bij aankomst hebben we een zgn. visa-on-arrival nodig, dat hier efficiënt is geregeld: er zitten zo’n twintig douanebeambten op een rij naast elkaar. Je geeft je paspoort aan de eerste beambte, bij wie je ook betaalt, die geeft het aan zijni buurman, die het op zijn beurt weer aan zijn buurman geeft en bij beambte nr. 20 krijg je het paspoort met de benodigde stempels weer terug. Binnen een half uur na aankomst staan we buiten en nemen we een tuktuk naar het centrum van de stad. Siem Reap is waarschijnlijk een van de weinige internationale vliegvelden waar je met een tuk tuk je reis kan vervolgen.

De dag na aankomst in Cambodja gaan we naar Battambang, een stadje op het Cambodjaanse platteland. In dit stadje is op zich niet heel veel te beleven, wel gaan we hier met de bamboetrein. Een stuk op bestaand (enkel) spoor, met een soort bamboe vlot-op-wielen-wagon, waarmee we met een noodgang over het spoor gaan. Regel is dat als er een tegenligger is de trein met de minste passagiers van het spoor af moet (wat de mannen van de bamboetrein snel kunnen) om de ander door te laten.

Ook gaan we in Battambang naar het Phare circus. Volgens de aardige Canadese eigenaar van Bar Ang (het restaurantje tegenover ons hotel en onze ‘hangout’ gedurende drie dagen) zijn er zelfs filmploegen uit Amerika en van Al Jazeera geweest om naar dit beroemde circus te komen kijken. Het blijkt een hit! Een knappe en vrolijke voorstelling in een Parade-achtige omgeving. De kinderen (en wij) kijken onze ogen uit.

Na drie dagen gaan we terug naar Siem Reap. Met de bus rijden we over het vlakke Cambodjaanse land. Cambodja is armer en rommeliger dan Thailand, maar wel erg mooi.

In Siem Reap hebben we een hotel geboekt, dat net open blijkt te zijn. De manager - of in ieder geval degene die ons welkom heet - zit bovenop op onze lip en wil de hele tijd aan Jet zitten, die hier niet van gediend is en begint te huilen. Het hotel is ok, maar kil en ongezellig. We zijn de enige gasten. Desalniettemin wordt het rooftop zwembad (dat dan weer wel) de hele dag open gehouden, voor áls we zouden gaan zwemmen. Idem met de bar naast het zwembad. En voor het ontbijt staan ook drie man/vrouw paraat (en vaak ook onnodig wachtend naast onze tafel). Er is - kortom - een hoop verborgen werkloosheid hier.

Siem Reap is de toegangspoort tot Angkor Wat, dat een paar kilometer buiten de stad ligt. Met zo’n 22 miljoen bezoekers per jaar, waaronder veel Chinezen, leidt dit tot een Las Vegas-achtige strip met alleen maar tophotels, die zich richten op groepsreizen. Het is een komen en gaan van grote bussen. De hoofdstraat in het oude deel van de stad wordt lieflijk Pubstreet genoemd, wat ook iets weergeeft van het karakter van Siem Reap.

Maar Angkor Wat is prachtig! Het bestaat uit verschillende tempelcomplexen die op enkele kilometers afstand van elkaar liggen. Al met al heeft het een enorme omvang. We doen de ‘korte’ tour, waarmee we de hele dag zoet zijn. Nog meer tempels kunnen we de kinderen echt niet aan doen. We hebben de hele dag een tuktukrijder tot onze beschikking die ons van tempel naar tempel rijdt. Met de verwachte drukte valt het best mee. Na de beroemde eerste tempel - dé Angkor Wat - zijn er weinig tourgroepen die de moeite nemen om ook de andere tempels te zien, zoals de indrukwekkende door grote bomen overgroeide tempel (voor de kenners wellicht bekend uit Tomb Raider). We zijn erg blij dat we dit allemaal hebben gezien!

Het reizen met de kinderen gaat heel goed. We hadden nooit eerder een lange reis met ze gemaakt, dus het was even afwachten hoe dat zou gaan. Maar al vanaf de eerste vlucht naar Iran blijkt dat ze heel flexibel zijn, wat heel fijn is. Er is bijna nooit gezeur over weer een stuk reizen in boot, bus, trein of vliegtuig. Of over de tourtjes die we maken, het eten of de dingen die we gaan bekijken. Het gemopper blijft voornamelijk beperkt tot het niet voorhanden hebben van schone sokken (wat natuurlijk ook irritant kan zijn). We zoeken steeds een hotelletje met zwembad, wat niet moeilijk is hier (nu het laagseizoen is) en we ruimen veel tijd in voor zwemmen.

Ook het huiswerk maken gaat best goed. Het is lastig om er een vast moment op de dag voor te vinden, met alles wat we doen en met de warmte, maar we hebben er wel een soort van regelmaat in gekregen. Als je diep in hun hart kijkt, liggen ze natuurlijk het liefst de hele dag in het zwembad, maar ze begrijpen ook heel goed dat dat niet kan en dat ze wel iets aan hun huiswerk moeten doen. Ook voor ons is het leuk om les te geven en bijvoorbeeld zelf dictees te verzinnen met ‘jager-, bakker- of keukenwoorden’. 

Voordat we naar Vietnam gaan, reizen we naar Phnom Penh, een levendige stad met overal eetstalletjes langs de weg. Net als de Thai zijn Cambodjanen de hele dag met eten bezig. Ongeacht het tijdstip kun je er dan ook altijd terecht om iets te eten. Je merkt dat Cambodja vroeger ook een Franse kolonie is geweest, je kunt er bijvoorbeeld baguettes en crêpes kopen. En ze gebruiken Franse woorden als ‘madame’. Ook is er een ‘gendarmerie’ en een ‘inspection de la police’.  In Phnom Penh regelen we ook vast het visum voor Vietnam. Als je met de bus de grens overgaat, kun je dat namelijk niet aan de grens kopen. Het regelen van de visa verloopt onverwacht soepel. We zijn gelijk aan de beurt, leveren alle papieren met pasfoto’s in en kunnen het twee dagen later weer ophalen, ook zonder wachten.

De Killing Fields uit de tijd van de Rode Khmer, het War museum en de voormalige gevangenis slaan we met de kinderen over. We zitten tot vreugde van de kinderen vlak bij een speeltuin - toevallig ook naast het Koninklijk Paleis - en we zwemmen weer veel. Fieke en Nout zijn uren zoet met het opduiken van muntjes uit het zwembad, en Jet gooit ze er graag weer allemaal in.

Vietnam

De reis naar Ho Chi Minh City - vaak nog Saigon genoemd of afgekort tot HCMC - duurt zo’n zes uur, voornamelijk doordat we de grens over moeten en omdat de tweebaansweg niet geweldig is. Bij de grens is het druk, er is veel vrachtverkeer. Aan de Cambodjaanse kant is een stadje gebouwd met allemaal nieuwe hotels en vooral veel gokpaleizen. We moeten eerst de bus uit om Cambodja formeel uit te gaan. Vervolgens gaan we de bus weer in en rijden een stukje door een soort no mans land om vlak voor Vietnam opnieuw uit te stappen - nu met al onze bagage - ook weer door de douane te gaan en vervolgens weer in te stappen. Een beetje gedoe is het wel.

Als we een uur of acht in Ho Chin Minh aankomen, is het al donker. We nemen een taxi en rijden best een tijd naar het opgegeven adres van het appartement dat we hebben gehuurd. Het blijkt op een groot complex te liggen met een stuk of twintig woontorens van zo’n 50 verdiepingen. Wij weten alleen niet in welke toren of welk appartement we zitten! Dat maakt het wel ingewikkeld. Nadat we in de stromende regen in een cafeetje inloggen op WiFi kunnen we zien in welke toren we moeten zijn. Bij aankomst blijkt dat het in de mail opgegeven adres bewoond is. Net als we gaan bedenken hoe we dit nu gaan oplossen, met een paar zeer vermoeide en prikkelbare kinderen, komt de verhuurder aanlopen. Hij had zich vergist in de etage.

We zitten op de 34e verdieping in een soort ‘gated community’ met eigen beveiliging, allerlei winkels onder de torens, restaurantjes, een kapper, een eigen school en een ziekenhuisje. En vlak naast de torens verschillende zwembaden en speeltuinen. Op zich een beetje gemaakt allemaal en aangeharkt (wel opvallend schoon!), maar met een lekkere bakker, een supermarktje en de uitgebreide speeltuinen komen we de ochtend goed door.

‘S middags gaan we de stad in, een drukke maar gezellige stad. Ook hier veel Franse invloeden. En: overal goede koffie! We eten de bekende Pho (soep), erg lekker en weer ander eten dan in Thailand en Cambodja. We genieten er van!

Vanaf morgen gaan we een paar dagen naar de Mekongdelta, gelukkig niet lang in de bus. De afgelopen twee weken hebben we best veel in de bus gereisd en veel in steden gezeten. We gaan proberen het iets rustiger aan te doen, te beginnen in Ben Tre.

Foto’s

10 Reacties

  1. Wilkin:
    9 juni 2018
    Leuk jommes! Genieten daar. Rustaaaaghhhh... ;-)
  2. Eline:
    9 juni 2018
    Mooie verhalen! 😘
  3. Ivo van der Snoek:
    10 juni 2018
    Superleuk!
  4. Karin:
    10 juni 2018
    En weer zo'n boeiend verslag. Er is een schrijver aan je verloren gegaan.
  5. Ilona:
    10 juni 2018
    Leuk, Martijn en Sabine, om zo een beetje met jullie mee te reizen! Veel plezier nog.
  6. Sandra:
    11 juni 2018
    Heerlijk verhaal weer! En wat fijn dat het allemaal zo goed gaat.
  7. Joss&Elly:
    13 juni 2018
    Klinkt allemaal weer heerlijk, jullie zijn al aardig ingeburgerd in Azie zo te lezen. Ga zo door, veel plezier!!
  8. Netty:
    14 juni 2018
    Leuk om te lezen, mijn eigen herinneringen van Cambodja van 3 jaar geleden en Vietnam (24 jaar terug) komen meteen weer op m'n netvlies. Gaan jullie ook nog naar het noorden, Hanoi is heel anders dan Hoi Chi Ming, Geniet ervan!
  9. Nicky:
    17 juni 2018
    Wat een leuke verhalen, Martijn en Sabine. Heb net alles gelezen met als hoogtepunt de hagedis op hoofd Fieke! Klinkt als een bijzondere reis. Geniet er nog lekker van! Groet van Nicky
  10. Nikki:
    20 juni 2018
    Geweldig om de verhalen te lezen, krijg er de reiskriebels van! Cambodja is geweldig he, ik ben echt verliefd op dat land geworden. En net als Nicky zit ik nog steeds te lachen om de hagedis op Fieke haar hoofd (ik was huilend verzopen denk ik)! En wat ziet Jet er heerlijk uit op alle foto's, pracht kind. Geniet van elkaar en de prachtige reis. Liefs, Nikki